Diverse gerechten waarin kersen zijn verwerkt

Ingredienten:
Bestemd voor 4 personen.
250 g kersen,
200 g zelfrijzend bakmeel of bloem met 1 theelepel bakpoeder,
125 g boter of margarine,
150 g suiker,
2 eieren,
1 dl melk,
Geraspte citroenschil,
Zout,
Poedersuiker

Bereidingswijze:
De boter of margarine in een kom doen.
De suiker, wat geraspte citroenschil en zout toevoegen en het geheel schuimig roeren.
Eén voor één de hele eieren er bijdoen en de massa goed dooreen mengen.
Langzaamaan onder steeds roeren de gezeefde bloem met het bakpoeder of het zelfrijzend bakmeel toevoegen.
Afwisselend een scheutje melk bijgieten.
Alles zolang roeren tot een luchtig, soepel deeg is verkregen.
Een cakeblik van 30 bij 30 cm beboteren of het bakblik met beboterd vetvrij papier van diezelfde maat beleggen.
Ervoor zorgen dat de kanten opstaan zodat het beslag niet kan weglopen.
Het deeg in het cakeblik of op het beboterde vetvrije papier uitgieten.
Op regelmatige afstanden de gewassen en ontpitte kersen leggen en ze iets in het deeg laten inzakken.
De cake onderin een matig warme oven plaatsen en in ongeveer een half uur gaar en lichtbruin bakken.
De cake laten afkoelen en in repen snijden van ongeveer 5 cm breedte en 10 cm lengte.
Deze sneetjes met poedersuiker bestrooien.

Ingredienten:
Bestemd voor 4 personen.
8 sneetjes oud brood,
250 g kersen,
4 dl water,
Een stukje pijpkaneel,
Suiker naar smaak,
Aardappelmeel,
Boter of margarine,
Vanillesaus

Bereidingswijze:
Van de sneetjes brood de korstjes afsnijden en ze aan beide kanten met boter of margarine besmeren. De sneetjes in een koekenpan aan beide kanten bruin en knappend bakken.
Ondertussen de kersen wassen, ontpitten en ze in water met wat pijpkaneel even koken.
Suiker naar smaak toevoegen en het vocht binden met wat aangemengd aardappelmeel.
Het stukje pijpkaneel verwijderen en het vruchtenmengsel over de sneetjes verdelen.
De kersensneetjes direct opdienen en er warme of koude vanillesaus bij presenteren.

Ingredienten:
Bestemd voor 4 personen.
1/2 kg kersen,
Suiker naar smaak.

Voor de omelet:
4 eieren,
1 dl melk,
30 g suiker,
30 g bloem,
Wat boter of margarine,
Zout,
Poedersuiker

Bereidingswijze:
De kersen wassen, van de steeltjes ontdoen en ontpitten.
Ze met suiker bestrooid wegzetten.
De bloem met een gedeelte van de melk aanmengen.
De eieren met de suiker en wat zout kloppen, het bloempapje en de rest van de melk erbij voegen.
In een koekepen een klontje boter of margarine smelten, maar niet bruin laten worden.
Het eimengsel in de pan schenken. Met een vork de eimassa steeds van de panbodem losroeren, zodat de omelet gelijkmatig gaar wordt.
Als de massa bijna gaar is de omelet op een deksel van een pan laten glijden.
Weer een klontje boter of margarine in de koekenpan laten smelten en nu de omelet aan de andere kant lichtbruin laten worden.
De kersen op de omelet leggen, het vocht er overheen gieten en de omelet dichtslaan.
Het gerecht met wat poedersuiker bestrooid opdienen.

Ingredienten:
Bestemd voor 4 personen.
250 g kersen,
1/2 l appelsap,
4 blaadjes gelatine,
80 g suiker

Bereidingswijze:
De blaadjes gelatine in ruim water weken.
De kersen van de steeltjes ontdoen, ontpitten en op enkele exemplaren na in stukjes snijden.
Ze met wat suiker bestrooid wegzetten.
Een gedeelte van het appelsap aan de kook brengen en er de suiker in oplossen.
Van het vuur af de geweekte en uitgeknepen gelatine toevoegen en roeren tot de gelatine is opgelost.
De rest van het appelsap toevoegen.
Het sap laten afkoelen.
Het appelsap als het dik vloeibaar is geworden schuimig kloppen.
Vervolgens er de kersen voorzichtig doorheen scheppen en het schuim in coupes of glazen overdoen.
Het gerecht verder laten opstijven en garneren met enkele hele kersen.
Er lange vingers of wafeltjes bij presenteren.

Ingredienten:
Bestemd voor 4 personen.
200 g kersen,
200 g bloem,
4 dl melk,
1 ei,
Zout,
Boter of margarine

Bereidingswijze:
De bloem in een kom doen en wat zout toevoegen.
Het ei met wat melk loskloppen, aan de bloem toevoegen en met de rest van de melk tot een glad beslag roeren.
De kersen van de steeltjes ontdoen, wassen, ontpitten en halveren.
Een klontje boter of margarine in een koekenpan smelten en er een paar lepels beslag in gieten.
Wat van de gehalveerde kersen op het beslag verdelen, de kersen licht indrukken en met wat beslag bedekken.
De pannenkoekjes aan beide kanten lichtbruin en gaar bakken.
Alvorens ze op te dienen met poedersuiker bestrooien.