Ingredienten:
Bestemd voor 4 personen.
Voor het deeg:
200 g bloem,
100 g boter of margarine,
1 dl water,
Wat zout.

Voor de vulling:
Poedersuikea,
Slagroom

Bereidingswijze:

De bloem in een kom doen en het zout toevoegen.
De koude boter of margarine met behulp van twee messen door de bloem snijden.
Bij scheutjes tegelijk koud water toevoegen en de kruimelige massa met een
/a kg appelen, 1 trosje vork omscheppen. Vooral niet teveel water
druiven, (blauwe en/of gebruiken. Het deeg samendrukken maar
witte), 50 g gemalen vooral niet kneden. Er niet met de handen
amandelen, boter of aankomen. Het deeg laten opstijven.
Vervolgens het deeg op een met bloem bestoven aanrecht of tafel uitrollen tot een
lap, die iets groter is dan de taartvorm.
De vorm met water nat maken en met de deeglap voeren.
Hierop wat gemalen amandelen strooien.
De appelen schillen, halveren en van de klokhuizen ontdoen.
De appelhelften aan de bolle kant verschillende malen inkerven, maar zo dat de helften nog heel blijven. Deze appelhelften op het deeg leggen met de ingekerfde kant boven.
Ze bij voorkeur in een figuur rangschikken. De helften mogen elkaar niet raken.
De appelhelften met wat boter of margarine bestrijken en met poedersuiker bestrooien.
De taart in een goed voorverwarmde oven plaatsen. De eerste 5 minuten de oven nog sterk verhitten, daarna het vuur temperen en de taart in ongeveer een half uur gaar en lichtbruin bakken.
Het gebak iets laten afkoelen, uit de vorm nemen en verder koud laten worden.
De ruimte tussen de appelhelften met druiven opvullen.
Het gebak met poedersuiker bestrooien en desgewenst met slagroom garneren.