De zwarte moerbei (Morus nigra) is een plant uit de moerbeifamilie (Moraceae) die van nature voorkomt in Midden- en West-Azië, maar alom gekweekt wordt in Zuid-Europa. De plant heeft met 308 een groot aantal chromosomen. De geslachtsnaam Morus (Latijn) heeft mogelijke twee betekenissen: 1) zwarte moerbei; moerbeiboom, 2) dwaas, gek. De soortaanduidingen niger, nigra en nigrum betekenen zwart; verwijzend naar het zwarte sap bij de vruchten. De Zwarte Moerbei is afkomstig uit Iran en Armenië, waar men hem nog steeds vindt in heuvelachtige en vlakke streken. Sinds de Middeleeuwen en door de toenmalige handel tussen Noord- en Zuid-Europa is hij in onze contreien ingevoerd. De moerbeiboom wordt aangetroffen als alleenstaande boom in oude klooster- en kasteeltuinen. Ook in oude pastorietuinen kon je deze boom veel aantreffen. Meestal zijn het scheefgezakte hoge bomen.
De moerbeiboom of struik kan vrij oud worden. Moerbeibomen lopen jaarlijks laat uit in het voorjaar. De kroon van de moerbeibomen is half open. De bloei is in mei-juni. De geelgroene bloemen zijn weinig opvallend. De zwartrode, lekkere moerbezievruchten rijpen in augustus of september. Sommige moerbeirassen moet men oogsten op 1 week. Er bestaan ook rassen welke gedurende 2-3 weken rijpe vruchten geven. De moerbeiboom groeit langzaam en geeft meestal pas vruchten na 6 - 8 (10) jaar. De bomen kunnen heel oud worden (100 jaar en meer), mits de gepaste groeiomstandigheden.
De zwarte moerbei heeft een donkeroranje schors met brede groeven, en vezelige randen en knobbels. Hij heeft een korte stam welke 12 meter hoog kan worden en is winterhard tot -20°C [1]. De kroon is laag en koepelvormige met ruwe, gedraaide takken. De twijgen zijn stevig en donzig. Ze kleuren van bleekgroen tot bruin. Er zitten flinke, ei- tot kegelvormige knoppen aan met een glanzende donkerbruine kleur. De bladeren zijn hartvormig en hebben getande of gelobde randen. De bladstelen zijn harig en ongeveer 2 cm lang. Het blad is diepgroen van boven en bleek aan de onderzijde. Tevens is de onderzijde behaard. Mannelijke en vrouwelijke bloemen zitten in aparte katjes met een bleke kleur. De mannelijke bloemen zijn kort en fors, de vrouwelijke zijn ronder van vorm.
Moerbeivruchten lijken erg op zwarte braambessen en op frambozen. Ze bestaan uit kleine, aparte besjes die op een centrale kegel zitten. De kleur bij rijpheid is donkerrood tot bijna zwart. De smaak van een rijpe moerbei is uitzonderlijk zuurzoet en aromatisch. Het is werkelijk een vrucht met een fijne smaak. De vruchten zijn zeer zacht zodat ze bij de minste aanraking hun sap verliezen en op vingers en kleren rode vlekken achterlaten die moeilijk te verwijderen zijn. Het oogsten kan dus vrij simpel geschieden: Leg een laken rond de boom en schudden maar.
Het oogsten kan vrij simpel geschieden: Het kan met een bakje en onderin een opmaat geknipt noppenfolie. Hou het bakje onder de vrucht, tik tegen de tak aan zodat het vruchtje in het bakje valt. Je kunt onder de boom ook een laagje stro aanbrengen, i.p.v. een laken, en schudden maar. De gevallen vruchten blijven zo ook schoon. Helaas zijn spreeuwen, merels en houtduiven ook dol op deze vruchtjes.
De moerbeivruchten zijn vers te eten of te verwerken tot jam of sap. Ook bij ijsgerechten zijn ze zeer lekker. Ze worden algemeen beschouwd als de lekkerste moerbeisoort Gebruik van de moerbeivruchten: in de keuken en als dessert (vers, sap, confituur, jam). Moerbeienjam is heerlijk en laat zich goed mengen met andere jamsoorten zoals zwarte bessen en aardbeien. De vrucht is moeilijk te transporteren en te bewaren, vandaar dat je ze nauwelijks of niet in winkels zult vinden. De vruchten hebben een hoog gehalte aan vitamine B. Gorgelen met sap van onrijpe vruchten helpt tegen keelpijn. Waarschijnlijk helpen de vruchten ook tegen prostaat problemen maar dat is wetenschappelijk nog niet uitgezocht. Wordt als geneeskrachtig gezien bij hart- en vaatziekten. De rijpe vruchten bevatten aanzienlijke hoeveelheden resveratrol, dat ook in druiven voorkomt en waarvan beweerd wordt dat het goed is tegen kanker en hart- en vaatziekten. De vruchten zijn rijk aan vitamine B.
Het opvallendste verschil tussen de witte en zwarte moerbei is dat van de witte moerbei de twijgen grijsgroen en behaard zijn, de twijgen van de zwarte moerbei zijn geelgroen en onbehaard. De moerbei loopt laat uit en ook de bloei is laat. Dat is een groot voordeel. De bloemen lijden niet van een late nachtvorst, zodat vruchtzetting goed is gewaarborgd.
De eerste jaren van aanplant kunnen ze nog niet zo goed tegen vorst. Daarom kun je dit soort het beste snoeien in het voorjaar na de vorstperiode. Dan is er geen kans meer op invriezen. Je kunt ze ook bestellen in Polen of Hongarije en zijn daarom beter bestand tegen vorstperiodes.
Herkomst |
Iran en Armenië |
Ouderdom |
Middeleeuwen |
Synoniemen |
Moerbezie, moerbei, moerbes |
Aanplant |
2011 |
Boom |
Breed en rond groeiend |
Gebruik |
Vers, Veel gebruikt voor Jam, Sap en in gebak en wijnen. |
Bloeitijd |
Mei juni |
Bloem |
Geelgroen, Onopvallend in hangende katjes |
Bestuiver |
Zelfbestuivend |
Plukrijp |
Augustus tot eind september |
Gebruikstijd |
Augustus tot eind september |
Bewaren |
Moeilijk te bewaren |
Vrucht |
Lijken erg op zwarte braambessen en op frambozen |
Kleur |
Dieprood tot bijna zwart |
Vruchtvlees |
Uitzonderlijk zuurzoet en aromatisch |
Kelk |
|
Steel |
Steel is kort |
In verband met het nog niet plukrijp zijn van dit soort, zijn nog niet alle foto’s beschikbaar.
|