Peer (Pyrus) is een plantengeslacht dat de algemeen bekende vruchten produceert. Het geslacht komt voor in veel landen, vooral op het noordelijk halfrond. Perenbomen kunnen trouwens wel 200 jaar oud worden.
De gewone peer vormt een boom, die op oudere leeftijd elk jaar bloeit en, meestal ook elk jaar, vrucht draagt. Hoogstambomen bloeien op latere leeftijd dan zogenaamde spillen. Er komen echter ook beurtjaren voor. De boom bloeit afhankelijk van het ras gemiddeld van half april tot begin mei. Door de vroege bloei kan er tijdens de bloei nachtvorstschade optreden, doordat de bloemen bevriezen en dus niet kunnen uitgroeien tot vruchten. Voor een goede bestuiving is het meestal nodig meerdere rassen bij elkaar te planten. Er zijn ook rassen, zoals Conference, die parthenocarpe vruchten kunnen vormen. Een peer groeit uit een bevruchte bloem, meestal eerst met de dikke kant naar boven, maar door het toenemende gewicht van de vrucht 'kantelt' deze geleidelijk, tot de overblijfselen van het bloemetje aan de onderkant zijn beland. De zogenaamde herfstrassen, die alleen kort bewaard kunnen worden, kunnen afhankelijk van het ras geplukt worden vanaf eind augustus tot eind september. De bewaarrassen kunnen afhankelijk van het ras geplukt worden vanaf begin september tot half oktober. Conference is het langst bewaarbaar en kan tot eind april bewaard worden. Peren zijn grofweg te onderscheiden in handperen en stoofperen. De handpeer heeft over het algemeen een groene kleur met soms een rode blos, een zachte schil die eenvoudig te verwijderen is. Op zijn best zijn peren zoet en sappig en is de smaak geparfumeerd. Het vruchtvlees kan in de mond smelten als boter. De stoofpeer is ook groen maar is droog en hard, en wordt alleen na lang koken eetbaar.
Perenbomen zijn koudkleumen, veel meer dan appelbomen. Ze houden niet van strenge en aanhoudende vorst en kunnen hier niet goed tegen. In de zeventiende en achttiende eeuw werd dit zelfs een probleem door de vele strenge winters. Alle peren die hier niet rijp worden aan de boom zijn stoofperen. In Zuid-Europa komen geen stoofperen voor omdat deze peren in Zuid-Europa wel rijp worden aan de boom puur door het warme klimaat. Door de klimaatverandering anno 2013 is de oranje stoofpeer de laatste jaren als handpeer te eten.
Het areaal handperen in Nederland bedroeg in 2006 6914 ha. De belangrijkste teeltgebieden zijn de Betuwe en de Zeeuwse eilanden. De in Nederland meest geteelde handpeer is de Conference (5073 ha), daarna de Doyenné du Comice (1030 ha). De meest geteelde stoofpeer is de Gieser Wildeman.
Bewaren Peren kunt u het beste koel, donker en droog bewaren. Over de houdbaarheid kunnen we weinig zeggen omdat dit sterk afhankelijk is van de rijpheid van de vrucht bij de aankoop. Let op, vooral de zomerrassen en de geïmporteerde peren als Anjou en Guyot rijpen erg snel door. Schoonmaken: Peren moeten voor gebruik altijd even gewassen worden. Handperen eet u, nadat u het steeltje verwijderd heeft, met schil en al op. Uiteraard kunt u naar eigen smaak de peer ook geschild of in stukjes nuttigen. Geschilde peren kleuren wel snel bruin. Om dit te voorkomen kunt u ze met wat citroensap besprenkelen.
Variaties Peren worden meestal uit de hand gegeten, maar ook op de boterham smaken ze prima. Verder worden peren veel verwerkt in nagerechten. Wat zou u denken van peren uit de oven met chocoladesaus? Daarnaast kunt u peren verwerken als jam, sap, compote, chutney en stroop. Stoofpeertjes moet u zoals de naam al zegt stoven. Deze gestoofde peertjes smaken heerlijk met vlees, kip of kaas. Kijk voor meer recepten met peren links bij Recepten > Peer.
Voedingswaarde Peren bevatten de minste fruitzuren. Daardoor zijn ze aanmerkelijk zoeter dan appelen. Peren zijn erg gezond en door het hoge gehalte aan kalk, kalium, fosfor en ijzer werken ze vocht- en vetafdrijvend.
Gezegde Het bekende gezegde "Met de gebakken peren blijven zitten" duidt op een situatie waarin men gebukt gaat onder de negatieve gevolgen van een eerdere gebeurtenis. Volgens Van Dale (Idioomwoordenboek, 1999) voert deze zegswijze terug op de situatie dat er heerlijk is gekookt (gebakken peren waren in vroeger eeuwen een delicatesse), maar dat de gasten verstek laten gaan.
|