Leden krijgen toegang tot extra informatie. Leden kunnen ook deelnemen aan het Forum Totaal hits:
Hieronder kunt u inloggen met een Gebruikersnaam en Wachtwoord of een account aanmaken. Aantal bezoekers
 
Pruim

De pruim is een boomvrucht, meer bepaald een naam voor bepaalde soorten steenvruchten van het geslacht Prunus, die geteeld worden voor consumptie.

De Europese cultuurpruim (Prunus domestica) bestaat in vele rassen. Daarnaast is er de Japanse pruim (Prunus salicina, zie beneden).
Kwets is in Nederland de naam voor een bepaald pruimenras (Prunus domestica subsp. domestica), in Vlaanderen ook wel de algemene naam voor eetbare pruim. Dit is de soort die meestal gebruikt wordt voor het destilleren van de sterke drank slivovitsj.
De oorsprong van de soort Prunus domestica staat niet vast. Lange tijd is er van uit gegaan dat de soort is ontstaan uit een soortkruising tussen de sleedoorn (Prunus spinosa) en de kerspruim of myrobalaan (Prunus cerasifera). Deze soortkruising zou bij toeval kunnen zijn ontstaan in de Kaukasus, waar de verspreidingsgebieden van de beide oudersoorten elkaar overlappen. Volgens deze theorie zouden in het genoom van Prunus domestica vier sets chromosomen (4x) van Prunus spinosa en twee sets chromosomen (2x) van Prunus cerasifera aanwezig zijn.
Door de resultaten van latere onderzoeken wordt de bovenstaande theorie in twijfel getrokken. Volgens deze onderzoeken zouden 2x, 4x en 6x vormen van de kerspruim aan de basis staan van de soort Prunus domestica.
Tot de cultuurpruim Prunus domestica behoren zowel de tafelpruimen, die groot en vaak sappig zijn, als de kleinere en nogal droge kwetsen, die veel in bereidingen van jam (moes) of jenever gebruikt worden. De mirabellen of kroosjespruimen worden vaak tot een andere soort gerekend, namelijk Prunus insititia. Deze soort wordt echter niet altijd gezien als een aparte soort, maar soms ook als een ondersoort of slechts als een cultivar-groep van Prunus domestica. Hoe dan ook, Prunus domestica en Prunus insititia zijn zeer verwant aan elkaar.
Tot een andere groep behoren de Japanse pruimen. Deze worden tot de soort Prunus salicina (synoniem: Prunus triflora) gerekend. Prunus salicina is diploid (2n = 2x = 16). Japanse pruimen kunnen in Nederland wel buiten worden geteeld, doch deze bloeien vroeger dan de Europese cultuurpruimen en lopen daarom meer risico op schade door nachtvorst. In het verleden werden in Nederland wel Japanse pruimen onder glas geteeld. Deze teelt is inmiddels vrijwel verdwenen.
Japanse pruimen verschijnen wel regelmatig in de Nederlandse winkels, omdat deze in het buitenland (bijvoorbeeld Californië) veel worden geteeld en vervolgens worden geëxporteerd. De vruchten van de Japanse pruimen vallen op door de meestal grote ronde tot hartvormige vruchten met stevig vruchtvlees, dat transport over grotere afstand mogelijk maakt.
Er bestaan ook soortkruisingen tussen de Japanse pruim en de abrikoos. Deze staan bekend onder de namen Plumcot, Aprium en Pluot.
Ook bestaan er soortkruisingen tussen de Japanse pruim en de kerspruim (Prunus cerasifera).

Voor het behoud van de raseigenschappen, dient de pruim vegetatief te worden vermeerderd. Hiertoe wordt de pruimenboom geënt of geoculeerd op een onderstam. Belangrijk bij de keuze van de onderstam is de groeikracht.
De zeer sterk groeiende onderstammen 'Brompton' en 'Myrobalan B' worden niet veel meer gebruikt. De meest gangbare onderstam in Nederland is op dit moment 'St. Julien A'. Deze geeft aan de boom echter een tamelijk sterke groeikracht.
Er is in de loop der jaren gezocht naar zwakker groeiende onderstammen. Eén ervan is 'Pixy', waarbij de vruchten die aan de boom groeien echter gemiddeld kleiner blijven. Hierdoor is Pixy nooit erg populair geworden.
Op dit moment zijn de voorlopige resultaten van de zwak groeiende onderstam 'VVA-1' veelbelovend. De bomen blijven ongeveer de helft kleiner dan bij gebruik van St. Julien A, de vruchtgrootte is goed en de bomen komen snel in productie. Als de verwachtingen uit komen, dan zou VVA-1 een flinke stimulans voor intensivering van de pruimenteelt kunnen zijn.

Sommige rassen zoals Opal, Czar, Ontario, Belle de Louvain, Victoria en Anna Späth zijn zelffertiel, wat betekent dat ze bevrucht kunnen worden met eigen stuifmeel. Bij andere rassen moeten er minstens twee verschillende rassen aangeplant worden om vruchtzetting te krijgen.
De bestuiving gebeurt door bijen. De bloei vindt in Nederland plaats van half april tot eind april.

Bewaren
Pruimen zijn niet erg lang houdbaar. Bewaar ze 3 à 4 dagen op een koele plaats of 4 tot 6 dagen in de koelkast. Eet de pruimen zo snel mogelijk als ze eenmaal rijp zijn, want een rijpe pruim rot snel weg!
Schoonmaken:
Aan pruimen valt niet zoveel schoon te maken. Was ze alleen even onder (niet te koud) water en eet ze lekker uit de hand.

Voedingswaarde
De pruim is niet alleen lekker, maar ook uitermate gezond. Ze bevatten onder andere per 100 gram: 42 Kcal. , 0,5 gram eiwit , 0 gram vet , 10 gram koolhydraten , 5 miligram vitamine C

Tip

Controleer, als u pruimen koopt, altijd goed hoe rijp ze zijn. Pruimen zijn alleen lekker als ze voldoende rijp zijn. De meeste pruimensoorten worden donkerder van kleur naarmate ze rijper worden.  
 

 
Adverteren

Bezoekers

We hebben 70 gasten online