De appel behoort tot de familie van de pitvruchten. Pitfruit zijn vruchten waarvan het zaad in een klein vliesje zit. Die zaadjes zitten in een klokhuis.
Voor de appel wordt over het algemeen een bolvorm aangehouden zonder harttak.
Ezelsbruggetje: Snoei de appelboom in de vorm van een appel.
Algemeen: Jonge bomen snoeien van januari t/m eind maart. Oude bomen van juli t/m eind augustus.
Bloei: De appel bloeit op meerjarig hout maar niet bij de Goudrenetten.

Bij het planten van de boom worden deze altijd gesnoeid. De drie tot vier zijtakken (gesteltakken) worden 1/3 teruggesnoeid. Dit wordt gedaan omdat de boom nog moet groeien en zich moet vormen. Het volgende jaar worden de takken die gegroeid zijn op de insnoeiplaatsen weer voor 1/3 ingesnoeid. Dit wordt herhaalt tot dat de boom de gewenste grootte heeft bereikt. Daarna worden de koptak en de gesteltakken niet meer ingesnoeid en stopt de hoogte- en breedtegroei vanzelf. Door het insnoeien van de koptak en de gesteltakken komen er kleine takjes aan de ingesnoeide takken. Deze kleine takjes zijn belangrijk, dit worden namelijk de takjes waar vruchtknoppen en later de vruchten aan komen.
Deze kleine takjes worden niet ingesnoeid. Hoe ouder deze takjes worden, hoe meer vruchtknoppen, hoe meer vruchten.
Bij oudere bomen kunnen op de gesteltakken weleens lange eenjarige loten ontstaan, dit zijnde zogenaamde waterloten. Als de boom van binnen te vol is worden deze loten geheel verwijdert, nooit half doorknippen want dan ontstaan er weer zijtakken aan en krijgt u een boom in een boom. Als er ruimte genoeg is mag u deze loten laten staan en het tweede jaar ook niets aan doen, zo ontstaat er een nieuwe vruchttak.
Het eerste jaar groeit een loot, het tweede jaar gaat hij vruchtknoppen zetten en het derde jaar kan hij vruchten geven.
Je krijgt een boom nooit klein door zwaar te snoeien, want: snoeien doet groeien. 
Let bij het snoeien goed op wat bloem- en bladknoppen zijn, bloemknoppen staan op de tak en bladknoppen liggen op de tak. Bij twijfel wachten met snoeien tot het voorjaar. De eerste knoppen in de boom die groen worden zijn altijd bloemknoppen en bladknoppen worden pas zo’n veertien dagen later wakker. Bij het wakker worden van de bloemknoppen kunt je nog rustig snoeien.

Bij de wintersnoei nooit gesteltakken inkorten. Ook geen verlengenissen / saptrekkers inkorten ! Dit geeft een te grote groeistimulans zodat de kans op vruchten verminderd. Je mag ze enkel volledig verwijderen omwille van die sterke groeistimulans.

Nieuwe scheuten kunnen oudere scheuten vervangen (vervangingssnoei). Knip de nieuwe scheuten met een derde deel terug boven een naar buiten staand (slapend) oog. Zorg voor een open kroon of voldoende ruimte tussen gesteltakken, zodat licht en lucht gemakkelijk kunnen toetreden.

Boven: houtscheut met hout- en bladknoppen. Onder: scheut met vruchttakken en kortloten, vruchthout.

Vorming van een bolkroon

De ouderwetse bolvorm van appelbomen bestaat uit meerdere hoogtegesteltakken met daaraan zij-etages bij het begin van de vertakking.. Die werd vroeger verkregen door de boom in de jeugdjaren weinig te snoeien. De snoei, na 10 jaar, was pas nodig als de boom fruit begon te dragen en je met de ladder moet plukken. Er werd dan gesnoeid om het vruchthout uit te dunnen zodat je een open kroon krijgt en daardoor weer mooi fruit. Deze bomen hebben daardoor een mooi en evenwichtige opbouw. Jonge bomen hebben de neiging om steil te groeien. Groei in de breedte komt vanzelf met de jaren als de takken gaan uithangen.

Je kunt ook van het model 3 -4 gesteltakken afwijken en gaan voor zoveel mogelijk gesteltakken. In verloop van tijd zal het aantal gesteltakken vanzelf verminderen door uitdunnen. Je maakt dan ruimte tussen de etages vruchthout die aan de gesteltakken zitten. Bij de opbouw kies je dan de sterkste gesteltakken voor de hoogteopbouw en de zwakkere voor een eventuele etage. Een jonge fruitboom verandert in de tijd sterk waardoor je bepaalde gesteltakken niet per se hoeft aan te houden. Vaak worden de 1^e etages weggehaald doordat ze teveel zijn gaan doorhangen door de vruchtdracht. Dan worden de laagste zijetages van de hoogtegestel takken de nieuwe 1^e etagetakken.

De Schone van Boskoop (goudrinet)
Is een hele sterker groeier. Vraagt dus een andere behandeling dan de meeste appelrassen.