Ingredienten:
500 gr handperen
210 gr appels (licht zurig)
2 d1 bessensap
Kaneel
1 citroen
50 gr (bruine) suiker

Bereidingswijze:
Schil de peren en appels.
Snijd de peren en de appels in grove stukken en verwijder de klokhuizen.
Kook ze daarna gaar in het bessensap met 2 dl water en circa 50 g bruine suiker.
Breng vervolgens op smaak met kaneelpoeder of laat een kaneelstokje een paar minuten meekoken.
Een scheutje citroensap is nodig om de smaak te versterken.
Als ze gaar zijn, met een pollepel roeren en fijnmaken met de stamper of staafmixer.
Als de massa te vast dreigt te worden, wat vocht toevoegen.
Liefst nog warm serveren in aparte schaaltjes.