Ingredienten:
Voor een springvorm (doorsnede 20 cm):
1 Eierdooier
3 Eetlepels heet water
75 gram suiker
1 zakje Vonille-suiker
1 eiwit
100 gram Bloem
3 gram Bakpoeder

Om te beleggen:
1/2 Azakje Puddingpoeder Vanille-Crème
25 gram Suiker
1/4 Liter melk
500-750 gram verse of gewelde of geweckte vruchten (bijv. appelen, abrikozen, aardbeien, kersen, perziken, kruisbessen, etc.)

Taarten-gelei:
1 zakje Taartina
25-50 gram suiker
¼ Liter water of vruchtensap met of zonder suiker

Versiering:
Wat gepelde, gesnipperde amandelen

Bereidingswijze:
Men klopt de eierdooier en het hete water met een garde tot een schuimige massa en strooit hier langzaam onder voortdurend klappen 2/3 deel van de suiker met de vanille-suiker doorheen.
Daarna klopt men zo lang tot een crème-achtige massa ontstaat.
Het eiwit wordt stijfgeklopt; dan voegt men lepel voor lepel onder voortdurend kloppen de rest van de suiker toe.
Het eiwit moet zo stijf zijn, dat een messnede zichtbaar blijft, vervolgens wordt het op de crème-massa geschept.
Daar boven op wordt de mei bakpoeder gemengde bloem gezeefd.
Men schept alles voorzichtig door elkaar (vooral niet roeren).
Het deeg wordt in de springvorm gedaan, waarvan de bodem met papier is belegd en terstond gebakken.
Het rooster met de springvorm onder in de 7 minuten voorverwarmde oven schuiven en 20 minuten laten bakken.

Om te beleggen worden de Puddingpoeder en de suiker met 3 eetlepels van de melk tot een glad papje aangemakt; de overige melk wordt aan de kook gebracht.
Zodra deze kookt, neemt men ze van het vuur, roert er het papje doorheen en kookt dit nog enige malen op.
Om te voorkomen, dat op de pudding een vel komt, roert men er tijdens het afkoelen af en toe door.
Zachte vruchten kan men ongekookt gebruiken.
Deze worden dan gewassen en schoongemaakt.
Gewelde of geweckte vruchten laat men goed uitlekken.
Het afgekoelde gebak wordt met de pudding bestreken en met de vruchten belegd.

De taartina- gelei wordt volgens de op het zakje aangegeven gebruiksaanwijzing gekookt en over de vruchten verdeeld.
Opdat de Taartina - gelei stijf zal worden, zet men de taart een poosje op een koele plaats en versiert deze daarna met de gesnipperde amandelen.