Deze pruim is een Zeer oud ras, vermoedelijk komt de Kwetsch uit Azië. Was al in de Romeinsetijd bekend. In geheel Europa zijn verschillende soorten bekend.
Deze grote pruim heeft een zwartblauwe schil. Het vruchtvlees is groengeel en zoet van smaak. Zelfbestuivend. De Kwets houdt veel vruchtsuiker vast, daarom is ze zo geliefd in de keuken. De Hauszwetsche Kwets is heel geschikt voor alle doeleinden. In het bijzonder voor het drogen en diepvriezen. Het vruchtvlees blijft bij het koken heel en stevige aromatisch.
De Hauszwetsche Kwetsch leent zich uitstekend voor het drogen omdat deze pruim een hoog suikergehalte heeft en daardoor makkelijk gedroogd kan worden. Eeuwenlang werden de pruimen gewoon in de zon gedroogd. Tegenwoordig gaan ze een paar dagen de oven in.
Herkomst |
Azië |
Ouderdom |
Zeer oud ras, al bekend in de Romeinsetijd |
Synoniemen |
Bakpruim |
Aanplant |
1998 |
Boom |
Kroonvorm opgaand |
Gebruik |
Verse consumptie, drogen en diepvriezen |
Bloeitijd |
April |
Bloem |
Wit |
Bestuiver |
Anna spath, Betuwse kwets |
Plukrijp |
Vanaf eind september begin oktober |
Gebruikstijd |
Vanaf eind september begin oktober |
Bewaren |
Ingevroren 6 tot 8 maand. |
Vrucht |
Langwerpig |
Kleur |
Paars/blauw, blauw/rood. Met heldere fijne puntjes |
Vruchtvlees |
Oranjegeel, zeer vast, tamelijk sappig, zoetzuurachtig, sterk aromatisch, licht wrang. |
Kelk |
|
Steel |
|
Steen |
Laat goed los van het vruchtvlees |
|