Ingredienten:
Deeg voor een springvorm (doorsnede 26 cm),
250 gram bloem
6 gram Bakpoeder
75 gram suiker
1 zakje Vanille-suiker
1 mespuntje zout
2 eetlepels water
125 gram boter of margarine

Vulling:
500-750 gram gewelde of geweckte kersen
1 zakje Puddingpoeder Vanille-Crème
25-50 gram suiker
1/4 liter koud kersensap

Bereidingswijze:
De bloem en het bakpoeder worden gemengd en op een deegplank gezeefd.
Men drukt in het midden een kuiltje; de suiker, de vanillesuiker, het zout en het water worden hierin gedaan en met een deel van de bloem tot een dikke massa verwerkt.
Daar bovenop legt men de in stukjes gesneden, koude boter of margarine, bestrooit deze met bloem, drukt dit alles tot een bol ineen en kneedt van het midden uit alle ingrediënten tot een glad deeg.
Mocht het deeg kleven, dan zet men het een poosje op een koele plaats.
Ruim 1/3 deel van het deeg rolt men op de niet ingevette bodem van de springvorm uit.
Iets meer dan de helft van het overige deeg wordt tot een deeglap ter grootte van de springvorm uitgerold en daarna in 16 – 20 reepjes van gelijke breedte geradeerd.
De rest van het deeg verwerkt men tot een rol ter dikte van een vinger, welke als rond op de deegbodem wordt gelegd en zó aangedrukt, dat deze rond ca. 3 cm hoog wordt.
Voor de vulling laat men de kersen goed uitlekken en maakt het puddingpoeder en 25 g suiker met 3 eetlepels van het kersensap tot een glad papje aan; het overige sap wordt aan de kook gebracht.
Zodra dit kookt, neemt men het van het vuur, roert er het papje doorheen en kookt dit nog enige malen op.
Daarna roert men er de kersen doorheen, laat deze massa afkoelen en voegt naar smaak de rest van de suiker toe.
De afgekoelde kersenmassa schept men op het deeg, strijkt deze gelijkmatig uit en legt hier de deegreepjes als een rooster bovenop.
Het rooster met de springvorm onder in de, 10 minuten voorverwarmde, oven schuiven.
Daarna circa 30 minuten bakken.