De afkomst van deze zeer oude Zoete Morel is niet meer op te sporen.
De boom vormt eene fraaije, dichte kroon, doch groeit in de regel minder snel dan de Zure Morel, hij onderscheidt zich vooral door een meer geelachtig bruine tint van de huid der eenjarige takken, door zeer voelbare ruwe stippen, welke bij de Zure Morel bijna ontbreken, door een kleiner, glanziger, fijn gezaagd, meer geelgroen blad. De geheele vegetatie is zeer kennelijk, vooral door het meer geelachtig aanzien van den boom.
De vorm is bijna rond, iets platter dan de Zure Morel, een weinig zamengedrukt, aan de buikzijde met een vlakke lijn, die aan de rugzijde nauwelijks te bemerken is, de stempelpunt staat een weinig scheef op een kleine vlakte. De steel is vrij lang en dik, lichtgroen met een weinig bruin, geplaatst in een fraaije holte, die naar de naden minder hoog is begrensd. De kleur van de glanzige kers met een bijna doorschijnende huid is donker bruinrood, bij volle rijpheid donkerder. Het vruchtvlees is zacht ensaprijk, zoetachtig rinsch, aangenaam, veel minder zuur dan de Zure Morellen, het sap kleurt donker. De steen is meestal kleiner dan die van de Zure Morel. Tijd van gebruik: Juni; zij kan lang bewaard worden.
Herkomst |
Niet meer te achterhalen |
Ouderdom |
Zeer oud |
Synoniemen |
|
Aanplant |
1999 |
Boom |
Vormt eene fraaie, dichte kroon |
Gebruik |
Handkers |
Bloeitijd |
April |
Bloem |
Wit |
Bestuiver |
Udense Spaanse |
Plukrijp |
Juni |
Gebruikstijd |
Juni |
Bewaren |
Kan lang bewaard worden |
Vrucht |
Bijna rond |
Kleur |
Donker bruinrood |
Vruchtvlees |
Zacht-saprijk, zoetachtig, het sap kleurt donker |
Kelk |
|
Steel |
Vrij lang en dik, lichtgroen |
Steen |
|
|