Het vlees binnen in de vrucht is bloedrood, vooral bij, en tegen de schil, maar meer in de nabijheid van het klokhuis, doen zich eenige licht paarsachtige vlammen voor, zo ook doorschijnende strepen en vlekken. De holte in welke de pitten zich bevinden, is ook donker paarsachtig rood. Veelal wordt deze peer geplukt in het laatst van Augustus, en is doorgaans half September rijp, doch kan niet veel langer dan tot October, als een niet onaangename tafelpeer gebruikt worden. In smaak heeft zij eenige overeenkomst met de Juttepeer, doch is minder aangenaam.
De kleine, grijsbruine vruchten bezitten een opmerkelijk bloedrood vruchtvlees dat zeer sappig en zoet is.
Herkomst |
België |
Ouderdom |
|
Synoniemen |
Granaatpeer |
Aanplant |
2003 |
Boom |
Maakt goed hout en draagt sterk |
Gebruik |
Hand- en stoofpeer |
Bloeitijd |
Maart - april |
Bloem |
Wit |
Bestuiver |
Gieser Wilderman |
Plukrijp |
Augustus |
Gebruikstijd |
September - oktober |
Bewaren |
|
Vrucht |
Klein, langwerpig kortpuntig naar de steel |
Kleur |
Hoofdkleur is donker roodachtig paars |
Vruchtvlees |
Bloedrood, zeer sappig en zoet |
Kelk |
|
Steel |
De steel die tamelijk dik groenachtige kleur |
Klokhuis |
|
In verband met het nog niet plukrijp zijn van dit soort, zijn nog niet alle foto’s beschikbaar.
|