De Winterbergamotte is een van de oudste stoofperen en komt waarschijnlijk uit België. Vermoedelijk was deze peer al in 1750 als “pastorale” te vinden in de kloostertuin van de kapucijnen in Leuven. Volgens de overleving stond de moederboom in 1825 nog in de tuin van de kapucijnen.
De boom groeit middel sterk. De gesteltakken richten zich schuinopwaarts en zijn voldoende vertakt. De twijgen zijn van gemiddelde lengte met korte leden en een beetje zigzag gebogen. Roodbruin van kleur met witte stippen aan de schaduwzijde. Deze soort is zeer gezond en robuust. Ziekten komen zo goed als niet voor. Na de uiteindelijk vorm is regelmatig snoei van het vruchthout belangrijk.
De bloei is middel lang met bloesems aan vruchttwijgen en korthout. De knoppen zijn spits kegelvormig op verhevene dragers. De bloemknoppen zijn groot, stomp en kegelvormig.
De oogst is eigenlijk zeer laat, de vruchten zijn windvast maar niet drukgevoelig. Regelmatig dunnen bij te rijke opbrengsten is belangrijk om betere en grotere vruchten te verkrijgen. Er kan niet voor eind oktober geplukt worden. De peertjes groeien dan nog steeds, dus later oogsten is voordelig. Als stoofpeer kunnen ze in november gebruikt worden. Vanaf half december, maar ook wel later zijn ze eetbaar als tafelvrucht. Gedurende de bewaring verandert de kleur van grauwgroen en donkergroen naar lichtgroen tot lichtgeel. De bruine roestvlekjes blijven zichtbaar.
Herkomst |
België |
Ouderdom |
1750 |
Synoniemen |
Pastorale |
Aanplant |
2013 |
Boom |
Groei middel sterk. Kruinvorm breedpiramidaal |
Gebruik |
Stoofpeer, wintertafelpeer voor vers gebruik |
Bloeitijd |
April |
Bloem |
Wit |
Bestuiver |
Conference, Winterjan |
Plukrijp |
Eind oktober – begin november |
Gebruikstijd |
Eind december tot begin maart |
Bewaren |
In natuurlijke opslag 1 tot 2 maanden |
Vrucht |
Middel groot tot groot, oneffen, dikwijls bultig, grof generfd |
Kleur |
Licht groenachtig, troebelgroen |
Vruchtvlees |
Witachtig geel, sappig, weinig zuur, fijne kruidige geur, aangenaame smaak |
Kelk |
Nauw tot middelwijd, diep met stevige zwellingen |
Steel |
Dik, lichtbruin |
Klokhuis |
Middelmatig, met steenkorrels omgeven |
In verband met het nog niet plukrijp zijn van dit soort, zijn nog niet alle foto’s beschikbaar.
|