Het ras is in Duitsland ontstaan uit een kruising van Geheimrat Dr. Oldenburg met Cox's Orange Pippin uit Müncheberg / Mark – DDR (+1935) en in 1960 in de handel gebracht.
De bomen zijn middelmatig sterkgroeiend met een grillige takvorming en bijzonder geschikt voor gebruik in particuliere tuinen. De groeiwijze van de Alkmene is een halfspur d.w.z. meestal vertakkingen alleen uit de eindknoppen. Sterke opgerichte takken en een zware middenstam.
Alkmene is modern appelras gewonnen door het Erwin Bauerinstitut in Duitsland uit Oldenburg en Cox`s. Die Cox's eigenschappen (smaak) vinden we duidelijk in Alkmene terug. Zeer vruchtbaar een regelmatige jaarlijkse productie. Door de zeer vroege bloei kan Alkmene lijden onder vroege voorjaarsnachtvorst met schade aan de bloemen. Niet planten op te open of hooggelegen percelen Het is een platte brede appel met een verruwing rond de steel.De gele vruchten met roodachtige streepjes zijn middelmatig groot met een zoete, zeer lekkere Cox´s smaak. Wit sappig vruchtvlees dat tamelijk hard en stevig is. Er zijn verschillende typen waarbij de appelen zelfs helemaal rood zijn met een gele ondergrond. Een bestuiver is aan te raden om aan voldoende vruchten te komen. Bij veel vruchtzetting is dunnen aan te raden om voldoende grote vruchten te bekomen. Schaf bij voorkeur een Alkmene hoogstam aan, deze zijn duidelijk vruchtbaarder. De pluk valt rond eind augustus-begin september. Een appel voor vooral vers gebruik maar is nog tot half oktober te bewaren, daarna worden ze melig. Bij de zomerappels is de Alkmene een absolute topper. Moet wel tijdig geplukt worden en is ook gevoelig voor val.
De snoei is erop gericht té sterke groei in te tomen, te sterk groeiende bomen produceren duidelijk minder vruchten. In de winter de verlengingen van de kop en vruchttakken niet insnoeien. Het ras geeft te veel vertakkingen.
Door hevige nachtvorst is in de jaren 1990 en 1991 de totale oogst van de Alkmene vernietigd.
Herkomst |
Duitsland |
Ouderdom |
1960 |
Synoniemen |
|
Aanplant |
2010 |
Boom |
Middelmatig sterkgroeiend met een grillige takvorming |
Gebruik |
Handappel, geschikt voor compote, desserten, appelmoes en gebak |
Bloeitijd |
Maart |
Bloem |
Wit |
Bestuiver |
Elstart, James Grieve, Lunterse Pippeling |
Plukrijp |
Augustus september |
Gebruikstijd |
Augustus september |
Bewaren |
Enkele weken |
Vrucht |
Platte brede appel |
Kleur |
Oranjerood op een gele ondergrond |
Vruchtvlees |
Zoetzuur, roomwit van kleur, vrij stevig tot tamelijk hard |
Kelk |
|
Steel |
|
Klokhuis |
|
|