Als zaailing gevonden in Rockanje in 1880. Volgens het maandschrift: Nederlandse Pomologische Vereniging (1932 pagina 96) verder gewonnen door Haselbach (Hazelbag komt ook voor) te Rockanje.
De boom heeft een matige tot sterke groei. Vormt een vrij grote boom en een bolvormige kroon met stevig hout en donker, grof blad. Was in Groningen alleen bekend als hoogstam. Was in Zeeland ook als struik belangrijk. De groei van de Glorie van Holland is sterk afhankelijk van de grond en is het beste op niet al te zware grond. Moet op latere leeftijd goed gesnoeid worden om uitputting te voorkomen.
De bloei is middentijds. Goed stuifmeel. De kleur van de bloesem is wat flets en neigt naar de kleur geel. Vooral na natte periodes zoals in 2014 kan de glorie van Holland voor de tweede keer tot bloei komen in september. Behoort tot de goede dragers. De vrucht is reeds vroeg in de zomer mooi gekleurd en wordt daardoor te vroeg gebruikt. De vrucht is na de oogst, half september, eerst hard en zonder geur. Pas na een paar weken bewaring komt het aroma vrij en krijgt de appel zijn heerlijke smaak. De vrucht is consumptierijp vanaf oktober. Voor de pluk kan een gedeelte van de vruchten afvallen, welke een beschimmeld klokhuis blijken te hebben. Het is een hele lekkere zoete appel maar dit soort kan niet lang bewaard worden. Maar appelmoes hiervan is bijzonder goed van smaak.
Glorie van Holland was algemeen verspreid door heel Nederland en heeft tot en met 1968 in de rassenlijst gestaan. Heeft zich vanuit Zuid-Holland verspreid over geheel Nederland. In 1948 waren 0,9% van de gekeurde bomen van het ras Glorie van Holland In 1948 werd nog geschreven: "Smaak en uiterlijk van de vrucht, evenals de grote vruchtbaarheid van de boom, doen dit herfstras meer en meer algemeen waarderen. Nu: Op zijn grote vruchtbaarheid na had de Glorie van Holland geen zodanige eigenschappen dat hij goede rassen als Cox`s Orange Pippin en de Schone van Boskoop kon beconcurreren. De kwaliteit van de vrucht was minder dan die van de Cox`s Orange Pippin, de prijs en de houdbaarheid minder dan die van de Schone van Boskoop. Hierbij komt nog de vatbaarheid voor kanker. Hierdoor is het ras uit de belangstelling geraakt.
Herkomst |
Nederland |
Ouderdom |
1880 |
Synoniemen |
|
Aanplant |
2008 |
Boom |
Matige tot sterke groei. Vormt een vrij grote boom |
Gebruik |
Handappel |
Bloeitijd |
April |
Bloem |
De kleur is flets en neigt naar geel |
Bestuiver |
Groniger kroon, Lunterse Pippeling |
Plukrijp |
September |
Gebruikstijd |
November - Januari |
Bewaren |
Tot de maand december, in koelopslag tot januari |
Vrucht |
Middelgroot tot groot, regelmatig gevormd |
Kleur |
Lichtgroen tot geel |
Vruchtvlees |
Wit, aangenaam zachtzuur, met weinig aroma. Zeer saprijk |
Kelk |
Half open |
Steel |
Dun en matig lang, diep ingeplant |
Klokhuis |
Klein, matig met zaden bezet |
In verband met het nog niet plukrijp zijn van dit soort, zijn nog niet alle foto’s beschikbaar.
|